Alternatieve strategieën voor de bestrijding van muskusratten: Haalbaarheidsstudie en voorbereiding veldexperimenten

In opdracht van de Bestuurlijke Commissie Muskusrattenbestrijding (BCM) is een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid en toepasbaarheid van alternatieve bestrijdingsstrategieen voor de huidige landsdekkende en jaarrond bestrijding van muskusratten in Nederland. Doel van dit onderzoek is een bijdrage te leveren aan een gefundeerde besluitvorming over de toekomst van de bestrijding van de muskusrat ten behoeve van veiligheid en ter voorkoming van schade. Verder is een voorstel gedaan voor de opzet van veldexperimenten om de meest kansrijke alternatieve strategieen in het veld te toetsen ten opzichte van de huidige strategie. De vraag naar mogelijke alternatieve strategieen komt mede voort uit de maatschappelijke discussie die momenteel gaande is over het nut en de noodzaak van de muskusrattenbestrijding. Vanuit ethisch oogpunt kan gesteld worden dat de bestrijding van muskusratten alleen dan gerechtvaardigd kan zijn als er een duidelijk noodzaak is en dat bestrijding effectief is. In dit onderzoek staat het nut en de noodzaak van bestrijding niet ter discussie. Bij objectbestrijding is onzeker wat het staken van bestrijding in het grootste deel van Nederland voor gevolgen heeft voor het optreden van economische schade. Eventuele jaarrond controle/bestrijding van kwetsbare objecten kan nodig blijken. Een onzekerheid bij bestrijding in winter en voorjaar is in hoeverre de openbare veiligheid voldoende gewaarborgd is met deze strategie, aangezien kwetsbare objecten bij deze strategie slechts een deel van het jaar onder controle staan van bestrijders. In een volgende stap is een veldexperiment uitgewerkt om de verschillen in effectiviteit en toepasbaarheid tussen de huidige bestrijdingsstrategie en de twee meest kansrijke alternatieve strategieen te onderzoeken. In het experiment worden dus de huidige strategie (als referentie) en ‘bestrijding in winter en het voorjaar’ en ‘lokale objectbestrijding’ (als alternatieve strategieen) getoetst. Het betreft een experiment met een looptijd van drie jaar. Het experiment wordt uitgevoerd in zes vergelijkbare vanggebieden. Binnen elk vanggebied worden steeds drie proeflocaties gebruikt om de drie strategieen te kunnen testen. Om de toepasbaarheid van de strategieen te onderzoeken zou het experiment in verschillende gebiedstypen herhaald moeten worden.