Een veilige leef- én werkomgeving: samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties versterken

2020 
Bedrijven die met chemische stoffen werken moeten zich aan regels houden om hun werknemers, omwonenden, en het milieu te beschermen. In Nederland is het toezicht op de arbeidsomstandigheden (arbo) meestal gescheiden van het toezicht op milieu. Het toezicht kan worden verbeterd als uitvoeringsorganisaties, zoals inspecties en omgevingsdiensten, meer samen zouden optrekken en meer kennis over chemische stoffen zouden delen. Het RIVM doet hier aanbevelingen voor. Door bijvoorbeeld kennis over zogeheten CMR-stoffen stoffen te delen, wordt het voor inspecties en omgevingsdiensten duidelijker voor welke bedrijven zij de meeste aandacht moeten hebben. Deze stoffen zijn kankerverwekkend, veranderen het DNA, of zijn schadelijk voor de voortplanting. De toezichthoudende instanties hebben veel kennis over de stoffen nodig om hun werk goed te kunnen doen. Ook moeten ze weten welke bedrijven met CMR-stoffen werken en of ze deze stoffen uitstoten of lozen. Deze informatie is nu niet centraal toegankelijk beschikbaar en daardoor versnipperd. Een gezamenlijke aanpak voorkomt ook dat maatregelen gunstig zijn voor arbo maar schadelijk voor het milieu, en omgekeerd. Zowel voor arbo als milieu gaat beleid ervan uit om zo min mogelijk gevaarlijke stoffen te gebruiken en ze te vervangen door stoffen die veilig zijn. Alleen verschilt de manier waarop beide kaders dit aanpakken. Dit geldt vooral voor hoe en wanneer een bedrijf onderzoek naar vervangende stoffen moet doen of hoe ze blootstelling kunnen voorkomen. Door deze onderzoeken meer op elkaar af te stemmen, wordt de kans op resultaat groter.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []