Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen

2001 
Naar aanleiding van de conclusie van de Gezondheidsraad dat 'er sprake is van een redelijk consistente associatie tussen het voorkomen van leukemie bij kinderen en het wonen in de nabijheid van bovengrondse elektriciteitslijnen' heeft het ministerie van VROM aan RIVM gevraagd wat de consequenties voor Nederland zijn als deze associatie het resultaat is van een causale relatie tussen de sterkte van het magnetische veld van deze lijnen en het optreden van leukemie bij kinderen. Uit experimenteel onderzoek komen vooralsnog geen aanwijzingen voor enig plausibel biologisch mechanisme dat een oorzakelijk verband tussen blootstelling aan extreem laagfrequente magnetische velden en het optreden van enigerlei vorm van kanker ondersteunt. RIVM acht vanuit epidemiologisch oogpunt de resultaten van de recent verschenen 'pooled analyses' van Ahlbom et al. en van Greenland et al. een beter uitgangspunt voor de beschrijving van het risico op het krijgen van leukemie dan de informatie uit de afzonderlijke studies of uit eerder uitgevoerde meta-analyses. In het RIVM-onderzoek zijn uit de twee 'pooled analyses' waarden van het relatieve risico als functie van het magnetische veld afgeleid. De blootstellingssituatie in Nederland is bepaald op basis van schattingen van het magnetische veld op diverse afstanden tot de hoogspanningslijnen. Uit tellingen van het aantal personen dat binnen deze afstanden woont, zijn het toegevoegde individuele risico en het potentiele aantal extra gevallen van leukemie bij kinderen berekend. Met het begrip toegevoegd individueel risico wordt het risico op het krijgen van leukemie door kinderen als gevolg van het wonen bij een bepaalde waarde van het magnetische veld afkomstig van een hoogspanningslijn bedoeld. Er zijn onzekerheden over de vorm van de eventuele blootstelling-responsrelatie. Derhalve kan uit epidemiologisch onderzoek alleen worden geconcludeerd dat het relatieve risico mogelijk is verhoogd bij veldsterkten hoger dan ergens tussen 0,2 en 0,5 microtesla. Op basis van de resultaten van Ahlbom et al. en Greenland et al. blijkt voor Nederland het toegevoegde individuele risico op het krijgen van leukemie door kinderen in gebieden met magnetische veldsterkten boven 0,3 a 0,4 microtesla maximaal ongeveer 3 op de 100.000 per jaar te bedragen. Er zijn onzekerheden in het aantal kinderen dat bij deze veldsterkten woont, onder andere door de onzekerheden in schattingen van de magnetische veldsterkte als functie van de afstand tot de hoogspanningslijnen. Gebruik makend van deze schattingen, wordt het aantal extra gevallen van leukemie bij kinderen geschat op 0,2 tot 1 per jaar op een totaal van circa 110 nieuwe gevallen per jaar. Voor de Nederlandse bevolking is onvoldoende bekend hoe groot de blootstelling aan het totaal aan bronnen van extreem laagfrequente magnetische velden is. Het verdient daarom aanbeveling deze blootstelling nader te onderzoeken.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    3
    Citations
    NaN
    KQI
    []