Kwaliteitsindicatoren voor de eerstelijnsverloskunde
2009
Om de kwaliteit van thuisbevallingen in Nederland in
kaart te brengen en te verbeteren, is een set van 23 indicatoren
gedefinieerd. Voorbeelden zijn het percentage bevallingen waarbij de
verloskundige niet aanwezig is, het percentage doorverwijzingen naar een
specialist en het percentage bevallingen waarbij de kraamhulp niet op tijd
aanwezig is. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ), die in overleg met de beroepsgroepen indicatoren
zal overnemen om beter toezicht te kunnen houden. De indicatoren zijn
bepaald door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de
beroepsgroepen, de IGZ en het RIVM.
De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) heeft
enkele jaren geleden instrumenten ingevoerd (het kwaliteitsregister, het
praktijkanalyse-instrument en praktijkcertificering) om de kwaliteit van de
verloskundigepraktijk te verbeteren. Een volgende stap is de kwaliteit van
de zorg zichtbaar maken aan de hand van indicatoren. Indicatoren kunnen een
meer gedetailleerd inzicht geven in onderdelen van de zorg dan de bestaande
kwaliteitstoets. Het zijn meetbare elementen van zorgverlening die een
aanwijzing geven over de kwaliteit van die zorg.
Om tot de indicatoren te komen, zijn eerst de risicogebieden binnen de
eerstelijnsverloskunde bepaald. Vervolgens zijn op basis van
literatuurgegevens en richtlijnen conceptindicatoren samengesteld. Daarna
is de groslijst voorgelegd aan experts uit het veld. Zij beoordeelden de
conceptindicatoren op kwaliteit en haalbaarheid in de dagelijkse
praktijk.
- Correction
- Source
- Cite
- Save
- Machine Reading By IdeaReader
0
References
1
Citations
NaN
KQI