The traumatized brain. Gray and white matter morphology in dissociative identity disorder and posttraumatic stress disorder

2013 
Ondanks de inclusie van dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) in de DSM-III tot en met DSM-5, is er een voortdurende discussie over de diagnostische validiteit, etiologie en de theoretische conceptualisering van de stoornis. Dit kan gerelateerd zijn aan het feit dat empirisch onderzoek naar de neurobiologische correlaten van dissociatieve identiteitsstoornis schaars is. Dit proefschrift is dan ook gericht op het leveren van objectieve neurowetenschappelijke gegevens aan de hand van structurele beeldvorming van de hersenen. Hiertoe werd grijze en witte stof van de hersenen onderzocht bij patienten met dissociatieve identiteitsstoornis ten opzichte van patienten met posttraumatische stressstoornis en gezonde controles. Gevonden werd dat zowel dissociatieve identiteitsstoornis als posttraumatische stress-stoornis geassocieerd zijn met grijze stof afwijkingen van de frontale, temporale en insulaire cortex en de hippocampus. Bovendien werd een lagere witte stof integriteit gevonden bij een aantal belangrijke bundels van vezels die betrokken zijn bij de regulatie van emoties. Interessant is dat de hippocampus afwijkingen gecorreleerd blijken te zijn met jeugdtrauma. We vonden eveneens een kleiner volume in de inferieure parietale cortex en een groter dorsaal striatum bij patienten met dissociatieve identiteitsstoornis in vergelijking met patienten met posttraumatische stressstoornis. Deze afwijkingen bleken te correleren met symptomen van dissociatie en depersonalisatie, een bevinding die op betrokkenheid van deze regio's bij de symptomatologie van DID kan wijzen. De bevindingen in dit proefschrift leveren hoofdzakelijk objectieve empirische steun ten gunste van een trauma-gerelateerde etiologie voor DIS.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    84
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []