Bankrashof 3 en 4, Amstelveen (gemeente Amstelveen)

2017 
ADC ArcheoProjecten heeft in juli 2017 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarde van de locatie Bankrashof 3 en 4 in Amstelveen, gemeente Amstelveen. De aanleiding van het onderzoek is een wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de sloop van de huidige bebouwing en aansluitend daarop nieuwbouw. Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit volgt dat in de diepe ondergrond van het plangebied, op circa 5,9 m –mv (circa 10 m –NAP), zich een laatglaciaal dekzandlandschap bevindt. Dit landschap was (globaal) bewoonbaar gedurende het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum. Vanwege de ligging op grote diepte kunnen resten in de top van het dekzand (Laagpakket van Wierden binnen de Formatie van Boxtel) goed bewaard zijn gebleven. Een eventueel aanwezige vindplaats zal zich waarschijnlijk manifesteren als een diffuse strooiing van vuursteen en houtskool. Vanwege de geringe grootte en vondstdichtheid zijn dergelijke vindplaatsen moeilijk op te sporen. Het dekzandlandschap wordt afgedekt door wad-/kwelderafzettingen (Laagpakket van Wormer binnen de Formatie van Naaldwijk). Binnen het getijdenlandschap kunnen de oevers van actieve kreken alsook de fossiele kreekruggen gedurende het (Laat-)Neolithicum goede bewoningsmogelijkheden hebben geboden. Uit profielen van boringen die in het kader van een grondonderzoek in het plangebied zijn verricht, blijkt dat de ondergrond uit matig en sterk siltige klei bestaat. Op basis van het ontbreken van zandige afzettingen moet worden aangenomen dat er geen sprake is van kreekruggen. De verwachting voor resten uit het Neolithicum wordt daarom als zeer laag ingeschat. In de periode Bronstijd t/m de Vroege Middeleeuwen bevond zich ter plaatse van het onderzoeksgebied een uitgestrekt veenmoeras. Vanaf de 11e eeuw werden de veengebieden in het Amstelland op grote schaal ontgonnen en in gebruik genomen voor de landbouw. In 1840 werd het zuidelijk deel van de Middelpolder, waarin zich het plangebied bevindt, verveend, waarna het in 1888 werd drooggelegd en opnieuw voor de landbouw in gebruik genomen. De bewoning bleef geconcentreerd aan de randen van de polder, onder meer langs de westelijker gelegen Amstelveenseweg. Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw vond grootschalige woonbouw plaats en in de jaren 60 ging het plangebied deel uitmaken van de woonwijk Bankras. Op grond van de geschetste ontwikkelingen zijn in het plangebied geen archeologische resten uit de periode Bronstijd t/m Nieuwe tijd aan te treffen. Samenvattend kan gesteld worden dat in de diepe ondergrond, circa 5,9 m –mv (circa 10 m –NAP), rekening moet worden gehouden met vindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum. De trefkans is evenwel klein. Bovendien zal dit niveau bij het uitgraven van de parkeerkelder tot 4,4 m –mv niet worden aangesneden. Het niveau zal enkel plaatselijk worden verstoord door het aanbrengen van heipalen. Dergelijke verstoringen worden echter in het algemeen acceptabel geacht.
    • Correction
    • Source
    • Cite
    • Save
    • Machine Reading By IdeaReader
    0
    References
    0
    Citations
    NaN
    KQI
    []